Schilderij ‘Man met smartphone’ van Vincent van Gogh geveild voor 139 miljoen
Kunstenaar van het jaar 2024 is geworden………. Marie Cécile Thijs
onze QR Code
Klaas Gubbels: Joh, ik heb pas een opdracht gehad, verschrikkelijk. Ik heb twee maanden gewerkt aan het opklapbed van Arnon Grunberg.
Nieuws: Onder de vulkaan op 15 oktober met Bart Slijper, Maud Vanhauwaert en Klaas Gubbels (op film)
Fotograaf Erwin Olaf (64) onverwacht overleden
Olaf had wereldwijd een grote reputatie en was misschien wel de bekendste fotograaf van Nederland. Veel mensen kennen hem van de portretten van de koninklijke familie, maar hij exposeerde vier decennia lang met vernieuwende beelden. Hij werd in het begin van de jaren 80 bekend met controversiële zwart-witfoto’s van extreme naakten.
https://nos.nl/artikel/2491194-fotograaf-erwin-olaf-64-overleden-koning-zal-vriendschap-missen
DADA Het kubisme
Rond 1900 was Parijs het middelpunt van de kunstwereld. Ter gelegenheid van de Internationale Wereldtentoonstelling waren er grote tentoonstellingen van gevestigde kunstenaars in het Louvre, het Grand Palais, het Petit Palais en het Champ de Mars. Galeries, zoals die van Paul Durand-Ruel (1831-1922) en Ambroise Vollard (1866-1939), toonden werk van avant-garde kunstenaars. In Parijs gebeurde het allemaal. Daar kon je naam maken en beroemd worden. Kunstenaars van over de hele wereld verhuisden naar de Franse hoofdstad. Ze kwamen vaak terecht in buitenwijken als Montmartre en Montparnasse waar de woningen en ateliers nog betaalbaar waren. Al die kunstenaars met al die nieuwe ideeën woonden bij elkaar om de hoek, en zagen elkaar op straat, of aan het einde van de dag in de bar voor een glaasje. Het was de tijd van het post-impressionisme. De schilder Cézanne liet het perspectief los in zijn werk. Kunstenaars als Gauguin en Matisse raakten geïnspireerd door de Oosterse en Afrikaanse cultuur en gebruikte onverdunde kleur. Picasso zei later: ‘Wat Cézanne met de werkelijkheid heeft gedaan, was veel vooruitstrevender dan de stoommachine’.
Paul Cézanne, De Sainte-Victoire, 1902-1906.
Olieverf op doek, 64,8 x 81,3 cm.
Philadelphia Museum of Art, Philadelphia, Verenigde Staten van Amerika.
https://mailchi.mp/plint/dada-het-kubisme?e=6d96dbdee3
Kunst is werkelijk een betovering, iets geheimzinnigs dat om ons heen is. Omdat ons gevoel veel meer door de logica is gevormd dan door het onbewuste, dat de wereld beheerst, ontgaat ons de toverkracht van kunst. George Braques
« Picasso en Braque », Foto door Mariette Lachaud, Picasso Museum, Parijs, Frankrijk.
Na het bombardement van 1940 werden de kunstenaars onmisbaar in Rotterdam
Kindertekeningen in het Cobra Museum: ‘Ieder kind is een kunstenaar, de moeilijkheid is om dit te blijven als je groot wordt’
https://www.parool.nl/es-
De papierbak is nogal eens eindbestemming van de kindertekening. Niet in het Cobra Museum in Amstelveen, waar tekeningen van kinderen uit de hele wereld hangen naast het werk van Pablo Picasso.
In de hal van het Cobra Museum voor Moderne Kunst verzamelt een juf haar kinderen. De groep is bijna compleet. Twee jongens moeten worden opgevist uit de museumwinkel, waar ze een liggend naakt van Corneille hebben ontdekt. In het aangrenzende café pakt Annefie van Itterzon een pen om op een leeg vel een koppoter te tekenen, een mens zoals jonge kinderen die op papier zetten. Een enorm hoofd op twee benen, harken als handen en voeten. “Waar je ook komt, zo tekenen kinderen over de hele wereld hun eerste mens,” zegt de kunstpedagoog. Enthousiast tikkend op het papier: “Die krabbels zijn de meest pure en spontane vorm van expressie.”
Van Itterzon is een verzamelaar van kindertekeningen en een gelukkig mens. Vijftig tekeningen uit haar collectie hebben een plek gekregen in het Cobra Museum, in dezelfde zaal nota bene waar momenteel het overlijden van Pablo Picasso in 1973 wordt herdacht met een bijzondere verzameling tekeningen, gravures en keramiek. Een culturele A-locatie, erkent Van Itterzon, maar een heel toepasselijke. De 68-jarige gastcurator citeert Picasso: “Ieder kind is een kunstenaar. De moeilijkheid is om dit te blijven als je groot wordt. Ik heb er mijn hele leven over gedaan om weer zo te tekenen als een kind.”
Dat is een perfecte blurb voor elke kindertekening, maar de realiteit is grimmig. Een geslaagde tekening mag met een beetje geluk een paar weken in de klas of op de koelkast hangen, maar de eindbestemming van bijna alle werk is toch de papiercontainer. “Dat is van alle tijden,” zegt Van Itterzon. “Er wordt vrijwel niets bewaard.” Ze haalt een reproductie tevoorschijn van een schilderij van Giovanni Caroto uit de 16de eeuw, waarop een jonge jongen trots zijn tekening laat zien. “Dit werk hangt in Verona. Het is het enige voorbeeld dat ik ken van een kindertekening in de kunstgeschiedenis. De rest is spoorloos verdwenen.”
Jeroen Krabbé
Dat heeft mogelijk te maken met de duizelingwekkende productie die sommige jonge artiesten aan de dag leggen of met de geringe waardering waarmee volwassenen doorgaans kijken naar het werk van kinderen. Onderdeel van de expositie in Amstelveen is een tekening van een kat die Jeroen Krabbé op 3-jarige leeftijd maakte. Krabbé studeerde samen met Van Itterzon aan de Rijksakademie van Beeldende Kunsten, bleef een goede vriend en hielp haar met de selectie van de tekeningen voor de tentoonstelling. “De vader van Jeroen was tekenleraar. Hij keek met andere ogen naar de tekeningen van zijn kinderen en zorgde ervoor dat ze bewaard bleven.”
Dat was zeldzaam, zoals Van Itterzon ook merkte toen ze twintig jaar geleden in Aalsmeer een tentoonstelling samenstelde met kindertekeningen van bekende kunstenaars. Van de driehonderd benaderde schilders en tekenaars bleken er niet meer dan vijftig in het bezit van een bewaarde tekening uit hun jeugd. Een van hen was Corneille, die er nog een handgeschreven kattenbel aan toevoegde. ‘De tekeningen die ik toen maakte, ontstonden niet met pen, inkt en papier, want mijn moeder liet mij niet kladden met pen en inkt, want ik was de meest slordige jongen in de klas en kwam altijd thuis met kleren en vingers vol inktvlekken.’
Corneille behoorde met Karel Appel en Constant tot de voorhoede van de Cobrabeweging, en ook daarvoor was de kindertekening een bron van inspiratie. “Cobra was een reactie op de verschrikkingen van de oorlog. De kunst was in de ogen van de Cobraschilders donker en dood. Zij wilden met nieuwe ogen kijken naar de wereld, zoals een kind dat doet in al zijn onschuld en onbevangenheid. Een heel korte lijn tussen schilder en doek, vooral niet te veel piekeren over technieken of tradities.” Tikkend op tafel: “De dieren in het werk van Appel, dat zijn precies de koppoters waar we het net over hadden.”
Pakket uit Afrika
Van Itterzon begon in de jaren tachtig met het verzamelen van kindertekeningen. Het eerdergenoemde schilderij van Caroto bracht haar op het idee. “Bijna alle kinderen tekenen en daarvan is eeuwenlang vrijwel niets bewaard. Dat besef was de aanzet. Een bevriende kunstenaar ging naar Zaïre. Ik gaf haar tekenspullen mee en vroeg of zij een klas met schoolkinderen wilde vragen hun favoriete dier te schilderen. Ik deed hetzelfde in Aalsmeer. Een paar maanden later kreeg ik met de post een pakket uit Afrika: prachtige tekeningen van olifanten, giraffen en krokodillen. De kinderen in Amsterdam hadden een kat, een hond of een vogel in een kooi getekend.”
Dat smaakte naar meer. Volgens dezelfde aanpak, waarbij reislustige vrienden uit de kunstwereld dienstdeden als koerier om tekenmateriaal op een min of meer toevallige plaats van bestemming achter te laten. In de hoop dat er uiteindelijk iets terug zou komen naar Amsterdam.
“Het was net flessenpost,” vertelt Van Itterzon lachend. “Soms hoorde ik er nooit meer iets van, dan weer kwam er een pakket met de post retour.”
Dat leverde in de loop van veertig jaar een collectie van ruim drieduizend tekeningen op, afkomstig van kinderen uit tientallen landen verspreid over de hele wereld. Van Japan tot IJsland, van Oekraïne tot Australië, van India tot Somalië.
Het was een uitwisseling, dus de tekeningen van Nederlandse kinderen gingen met de post naar de scholen die werk hadden opgestuurd. De buitenlandse tekeningen werden door Van Itterzon aangekocht en op zolder in Amsterdam bewaard. Jeroen Krabbé wist ervan en stimuleerde haar om er iets mee te doen.
“Hij had natuurlijk gelijk. Als grote kunstenaars als Pablo Picasso, Karel Appel, Wassily Kandinsky en Paul Klee wijzen naar de kindertekening als magische bron van inspiratie, dan is het belangrijk om die tekeningen ook een keer te laten zien. Dat is nu eindelijk gelukt, en nog wel op een prachtige plek.”
De tentoonstelling in Amstelveen laat een fraaie staalkaart zien van de verzameling. De tekeningen zijn gerangschikt per land, waardoor de invloed van de lokale cultuur op het werk in één oogopslag duidelijk wordt. De heldere kleuren uit de Afrikaanse en Zuid-Amerikaanse landen bijvoorbeeld, tegenover het verfijnde priegelwerk uit Wit-Rusland en Oekraïne. Veel mensen en dieren, zij het in heel verschillende decors.
Van Itterzon: “Alle vertrouwde thema’s komen voorbij. Er wordt veel gevlogen als in een droom, maar er zijn ook heel verdrietige tekeningen. Een meisje van 9 uit Soedan maakte in 1996 een tekening over de oorlog met heel veel zwart.”
Coronatekening
Een actueel thema als corona komt terug in de tekening van de Chinese Whanzi, die een toverfee tekende die een enorm exemplaar van het virus aanvalt. Dit werk werd om de hoek gemaakt, in het tekenlokaal van cultureel centrum Platform C, waar Van Itterzon elke werkdag twee uur tekenles geeft aan jonge talenten in de leeftijd van 6 tot 12 jaar. “Er komen ook veel kinderen van expats, zoals Whanzi. In dit geval legde ik een vel papier voor hun neus en liet ze hun gang gaan. Whanzi was indertijd 5 jaar. Toen ik even bij haar ging kijken, zag ik dat ze met iets heel bijzonders bezig was. De tekening laat zien hoe een kind naar het virus kijkt. Ik vind het indrukwekkend.”
Dat was ook het standpunt van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed die de coronatekening van Whanzi samen met 699 andere werken vorig jaar opnam in de collectie. Tot groot genoegen van de verzamelaar, die weer wat ruimte op zolder kreeg en een droom in vervulling zag gaan. Het depot van de Rijksdienst in Amersfoort is het tegenovergestelde van de papierbak. “De tekeningen zijn nu officieel cultureel erfgoed. Ze liggen opgeslagen voor de eeuwigheid, zodat onderzoekers over honderd of tweehonderd jaar kunnen zien hoe de kinderen in onze tijd tekenden. En wat ik ook zo mooi vind: de medewerkers gebruiken van die witte handschoenen voor de tekeningen.”
Van Itterzon blijft nieuwe tekeningen verzamelen. “Ik maak me wel zorgen over de invloed van de mobiele telefoon. Als ik mijn groep vraag om een vogel met drie koppen te tekenen, gaat de helft eerst kijken op de telefoon. Dat heeft invloed op de verbeelding. Het werk dat ik voor de komst van de computer verzamelde, was echt veel mooier. Nu duiken er ook emoticons op in de tekeningen.”
Werk aan de winkel voor ouders dus. “Ja, laat kinderen vooral blijven tekenen. Zeker als ze rond de 7 jaar zijn, dat is de magische leeftijd. Vraag een kind zichzelf te tekenen in zijn of haar latere beroep. En bewaar die tekening voor later. Echt, er blijkt altijd wel iets herkenbaars in te zitten.”
Alle kinderen kunstenaar is tot 8 oktober te zien in het Cobra Museum voor Moderne Kunst in Amstelveen.