Zie ze vliegen, de hybride piemelmensen op de doeken van Melle Oldeboerrigter

Toerisme van Melle.

Stefan Kuiper
https://www.volkskrant.nl/cultuur-media/zie-ze-vliegen-de-hybride-piemelmensen-op-de-doeken-van-melle~b50a7906/?utm_campaign=shared_earned&utm_medium=social&utm_source=email
Melle Oldeboerrigter, ‘Toerisme’, 1970-1971  Beeld Stichting Melle / Pictoright
Melle Oldeboerrigter, ‘Toerisme’, 1970-1971 Beeld Stichting Melle / Pictoright

Een van de onhebbelijkere gewoontes die je als kunsthistoricus (of -liefhebber) ontwikkelt, is dat je geen film of serie kunt zien zonder erop te letten wat er bij de personages aan de muur hangt. Zijn die personages bijvoorbeeld de Britse koninklijke familie, dan moet je gewoon weten wie dat ruiterportret in het trappenhuis in die ene scène schilderde. Vooral voor je medekijkers is deze vorm van beroepsdeformatie irritant. Die zijn gedwongen aan te horen dat die Titiaan in Buckingham Palace in werkelijkheid in het Prado in Madrid hangt, en… – hé, waarom doe je je Airpods nou in…?!

Niet alleen in films en series tref je trouwens cameo’s van schilderijen. Ook in romans komen ze soms voor. In het eerste hoofdstuk van Reve’s De Avonden belandt de hoofdpersoon, de door kaalheid en andere fysieke defecten geobsedeerde kantoorklerk Frits van Egters, in het atelier van een kunstschilder, ene Kade. Daar bewondert hij een schilderij van ‘een aan het raam zittende vrouw’ met een scheefhangende mond (‘Verlamming’, mompelde hij) voor een ruit met een ‘driehoekig gat’. Dat werk klinkt in zijn grauwe morsigheid zo Reviaans dat je makkelijk zou kunnen denken dat de schrijver het heeft verzonnen, maar nee: het schilderij met de vrouw voor het raam bestaat echt. De maker heet alleen geen Kade, maar Melle Oldeboerrigter, kortweg: Melle.

Melle Oldeboerrigter in zijn atelier aan de Amsteldijk. Beeld
Melle Oldeboerrigter in zijn atelier aan de Amsteldijk.

Oudere lezers zullen hem misschien nog kennen. Er was een tijd dat Melle gold als ’s lands beroemdste (en ook zo’n beetje enige) surrealist. Zijn kleurrijke, met hybride wezens gevulde landschappen hadden het ongebreidelde en raadselachtige dat je met die stroming associeert. De kunstenaar zelf was al even raadselachtig, en ook onaangepast, kwaliteiten waardoor Melle zich verzekerd wist van de aandacht van journalisten. Interviewers als Ischa Meijer en Bibeb kwamen graag bij hem over de vloer. Zij stelden Melle vragen over de betekenis van zijn schilderijen (‘Waarom schildert u al die geslachtsdelen?’) waarop de schilder consequent weigerde te antwoorden. Na zijn overlijden in 1976 verdampte zijn roem. Zelden viel de naam Melle nog, maar nu is er een mooi (zij het soms donker uitgelicht) retrospectief in Museum van Bommel van Dam in Venlo.

Melle Oldeboerrigter, ‘Oude dame met duif’ (1941), beschreven in ‘De Avonden’ van Gerard Reve.  Beeld Stichting Melle / Pictoright
Melle Oldeboerrigter, ‘Oude dame met duif’ (1941), beschreven in ‘De Avonden’ van Gerard Reve.Beeld Stichting Melle / Pictoright

Dat geeft een goede indruk van Melles oeuvre, van het sociaal geëngageerde werk uit de vroege jaren tot de uitzinnige fantasielandschappen van zijn oude dag. Dit is mijn oordeel: geweldige tekenaar, redelijke schilder, geniale gek van een vent. Melle was de Anton Pieck van het surrealisme. Hij schiep een volstrekt originele wereld, Efteling-achtig in zijn verbeeldingsrijkheid, zij het macaberder, erotischer. Melles fantasiedieren hebben piemels. Wat zeg ik, het zíjn vaak piemels; piemels die de schaats hebben ondergebonden of die huilen naar de maan; piemels met een ouderwets leesbrilletje. Melle had er zichtbaar lol in om het mannelijk lid in al zijn verscheidenheid weer te geven. Zijn schilderijen geven het begrip dickpic een nieuwe, onbezorgde lading.

Het drieluik ‘De tuin der Lusten’ van Hieronymus Bosch, geschilderd tussen 1490 en 1500. Beeld Alamy
Het drieluik ‘De tuin der Lusten’ van Hieronymus Bosch, geschilderd tussen 1490 en 1500.Beeld Alamy

Toerisme (1970-1971) doet dat ook. Het is een late Melle. Er is veel op te zien: luchten, bossen, bootjes, vogels, varkens en de genoemde hybride wezens die half mens half piemel zijn. Er is zoveel op te zien, dat je amper weet waar je naar moet kijken. Vanwege zijn overvloedigheid (en ook vanwege de snoepachtige kleuren) is Melle vaak met Bosch vergeleken, maar die vergelijking gaat bij nadere beschouwing mank. Bosch’ schilderijen zijn coherent, zowel in de ruimtelijke als in de symbolische zin van het woord: de figuren erop existeren binnen een gedeelde fictieve realiteit. Schilderijen als Toerisme daarentegen ontberen samenhang. Het zijn verzamelingen van losse ingevingen en vondsten, in elkaar overvloeiend als in een droom. Ze hebben ook het uitputtende dat (navertelde) dromen kunnen hebben. Het is goed zo, denk je bij de zoveelste schaatsende penis, stop maar, genoeg.

Melle Boerigter (1908-1976)

Titel Toerisme (1970/1971)

Waar Museum van Bommel van Dam, Venlo

Wanneer t/m: 26 februari 2023

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *