Kunstenaar Harrie Gerritz (80) werkt door ‘tot hij er bij neervalt’, net als Picasso
WIJCHEN – Beeldend kunstenaar Harrie Gerritz uit Wijchen werd dit jaar 80. Nog dagelijks werkt hij in zijn atelier in natuur- en recreatiegebied De Berendonck. Bang voor corona is hij niet. De lockdown is voor hem eerder een zegen. ,,Ik kan nu eindelijk werk maken dat niemand hoeft te hebben.’’Menno Pols 12-06-20 De Gelderlander.
,,Mijn angst voor een ziekenhuis is groter dan mijn angst om ziek te worden’’, zegt Harrie Gerritz. ,,Om op een kamer te liggen met zes mensen die ik niet ken en die allemaal ziek zijn, dat lijkt me heel erg. Gelukkig heb ik in mijn hele leven maar een paar dagen in ziekenhuizen doorgebracht’’, vervolgt de vitale tachtiger. Nog steeds fietst hij dagelijks naar zijn atelier in De Berendonck, een waterrijk natuur- en recreatiegebied tussen Wijchen en Nijmegen. ,,Ik gebruik geen medicijnen en mijn zicht is nog uitstekend.’’
Mijn moeder leerde me bedelen in de keukens van de Canadese soldaten die in Woezik zaten
Nieuwe generaties
Gerritz is internationaal vermaard. Zijn werk (schilderijen, foto’s, grafiek en sculpturen) hangt en staat tot in Zuid-Korea, drie maal was hij gastdocent aan de kunstacademie in Hamburg. Een nieuwe masterclass dit jaar is uitgesteld vanwege corona. Gerritz’ werk is gewild en blijft nieuwe generaties aanspreken. ,,Jonge galeries willen mijn werk hebben. Ik blijf me ook vernieuwen. Dat komt omdat ik nieuwsgierig ben en om me heen blijf kijken, vooral naar het landschap en de natuur. Naar een mooi kiezelsteentje bijvoorbeeld, dat ik dan zie en opraap.’’
Het landschap was altijd de basis van het werk van Gerritz. Het landschap van het Land van Maas en Waal, waar hij opgroeide. Dijken, akkers, sloten en torens, die hij steeds verder abstraheerde tot een eenvoudig spel van lijnen en kleuren overbleef. Eenvoudig, maar niet simpel. ,,Iedere lijn staat precies op de plek waar hij moet staan’’, zegt hij erover.
Harrie Gerritz werd geboren op 1 januari 1940. Zijn ouders had een slagerij aan de Holenbergseweg in het dorpje Woezik, toen nog gelegen ten noorden van Wijchen, nu erdoor. Tegen het eind van de Tweede Wereldoorlog werd de voedselsituatie nijpend. ,,Mijn moeder leerde me bedelen in de keukens van de Canadese soldaten die in Woezik zaten. Ze leerde me welk woord ik moest zeggen, bread, en ze leerde me hoe ik er bij moest kijken. Dan kreeg ik een wit brood mee.’’
Op de vlucht
,,Mijn vader kwam uit Duitsland, hij kwam op zijn elfde met mijn grootouders naar Nederland. Hij was hoogbegaafd, maar hij heeft alleen in Duitsland op school gezeten. In Nederland moest hij meteen bij een boer gaan werken. Hij was voor mij, als kind, geen aardige man. Nog steeds heb ik soms het gevoel dat ik voor hem op de vlucht ben. Bijvoorbeeld als ik twee uur in een boek lees in plaats van te schilderen. Hij was er niet bij toen ik slaagde aan de kunstacademie in Arnhem. Hij bezocht geen exposities. Maar toen hij overleden was vond ik in zijn huis een doos met krantenknipsels over mijn tentoonstellingen.’’
Mijn vader was er niet bij toen ik slaagde aan de kunstacademie in Arnhem. Hij bezocht geen exposities.
Maar toen hij overleden was vond ik in zijn huis een doos met krantenknipsels over mijn tentoonstellingen
Hernen
In de jaren zestig had Gerritz een atelier in het beroemde kasteel Hernen, op vijf kilometer van Wijchen. Hetzelfde kasteel waar in die tijd de tv-serie Floris werd opgenomen. Het werd een belangrijke plek voor hem. ,,Ik heb daar mijn vrijheid ontdekt. Ik kon er mensen uitnodigen als Pé Hawinkels (Nijmeegs dichter, MP) en Huub Kortekaas (kunstenaar uit Winssen, MP). En mijn fascinatie voor kastelen en torens is daar begonnen.’’
Om zijn tachtigste verjaardag luister bij te zetten zou er dit jaar een expositie van Gerritz zijn in kasteel Hernen, met oud en recent werk. De tentoonstelling is uitgesteld naar volgend jaar. Eerder werd al een expositie in galerie O68 in Velp (Gld.) afgezegd. Maar wie denkt dat corona van Harrie Gerritz een angstige, verdrietige man heeft gemaakt, heeft het mis.
,,Voor een kunstenaar is de coronacrisis wel nuttig. Alles wat niet doorgaat… je komt tot jezelf , je hebt tijd om na te denken over waar je mee bezig bent. Ik werk nu echt voor mezelf, zonder dat een galeriehouder zegt: het moet in oktober klaar zijn! Ik kan nu eindelijk werk maken dat niemand hoeft te hebben.’’
,,Ik heb nu ook tijd om op te ruimen. Ik vind oude dingen terug, dat is wel leuk. Bijvoorbeeld een notitieblok uit de jaren ’70. Daar staan tekeningen in van mijn zoon Jurriaan, die ligt te slapen op de bank. Hij is dan vijf jaar.’’
,,We moeten niet terug naar de tijd van voor corona. We waren met zijn allen aan het rennen, iedereen wilde maar meer. De wereld werd misbruikt, grondstoffen opgemaakt. Corona is de wraak van de natuur op de mens. Het is een soort plaag, en als we zo doorgaan zal de volgende erger zijn. We moeten ophouden met het najagen van economisch geluk, als je dat al geluk kunt noemen. We moeten het geluk ergens anders zoeken. De rijkdom beter verdelen. Ik maak me zorgen om vluchtelingen in kampen. Wij hebben de zuidelijke continenten uitgebuit. Nu verandert het klimaat en vluchten die mensen naar koelere streken. Ik begrijp dat wel.’’
Waar zit de vernieuwing in uw werk?
,,Ik denk altijd: kan het nog wat minder? Henk Peters, kunstenaar van de Zero-beweging en mijn docent in Arnhem, zei altijd: één streep op het doek, de horizon, is eigenlijk wel genoeg. Zo denk ik ook. Ik ben zeker niet tegen realistische kunst. Je kunt pas abstraheren als je het ambacht kent. Maar het is terug naar weinig. Net zoals je als schrijver of musicus kunt toegroeien naar een steeds soberder stijl. Het landschap wint aan kracht. Het is puur grafisch. Een horizon, een lijn, een paar bomen, een toren.’’
Wilt u iets vertellen met uw kunst?
,,Nee, nee, het anecdotische moet er juist uit. Het hoeft geen boodschap te hebben.’’
Maar wat is het dan? Alleen maar een mooi plaatje? Wat is het stuk Harrie Gerritz er in?
,,Pfoeh, dat is moeilijk. Het is als het geluid van de wind, van de regen. Dat is mooi. Of de smaak van een gerecht. Het moet primair zijn. Mondriaan zei: drie kleuren, rood, geel en blauw, daarmee doe ik het. Mark Rothko maakte intense kleurvlakken. En als ik daar voor sta, al is het alleen in rood, zie ik daar toch een landschap in. Het bovenste vierkant een wolk, het onderste vierkant een akker. Het is als bij de Nieuwe Figuratie (popart-achtige stroming in de jaren ’60 en ’70 van de vorige eeuw, MP): met andere ogen naar het vertrouwde kijken.’’
Glas-in-loodramen
Gerritz werkt al twee jaar aan een grote opdracht: zes glas-in-loodramen voor de Sint Joriskerk in Amersfoort, een enorme kerk uit 1534, midden in de stad, die nu een brede functie heeft. Verschillende protestantse kerken houden er hun diensten, waaronder de Gereformeerde Bond, een vrij ‘zwaar’ kerkgenootschap. Ook worden er concerten en congressen gehouden. Een megaproject waar meerdere kunstenaars aan werken. Een langdurig project ook, vooral vanwege de eisen die de gereformeerde broeders stellen.
Ik geloof zelf niet in God. Ik ben wel misdienaar geweest, maar ik werd ontslagen toen ik van de miswijn had gedronken
,,In de ramen worden beroemde inwoners van Amersfoort geëerd. Armando, Mondriaan, Johan van Oldenbarnevelt en Jacob van Campen. Mijn ramen komen in het middenschip van de kerk. Dat is het meest religieuze deel. Die ramen mogen niet direct naar de Amersfoorters verwijzen, maar wel naar hun bedoelingen. Ik maak ramen over Mondriaan en over Jacob van Campen, de zestiende-eeuwse architect en kunstenaar. Hij ontwierp de Wegh der Wegen, de weg van Amersfoort naar Utrecht. Die weg stond model voor de Champs Elysées in Parijs en Unter den Linden in Berlijn. Daarbij trek ik een lijn naar de Bergrede van Jezus.’’
,,Ik geloof zelf niet in God. Ik ben wel misdienaar geweest, maar ik werd ontslagen toen ik van de miswijn had gedronken. Het leven is het leven en we moeten de hemel op aarde vinden.’’
Harrie Gerritz denkt niet aan een pensioen. ,,Nee, nooit. Ik werk door tot ik er bij neerval. Letterlijk. Picasso maakte op de avond voor zijn dood nog een prachtig schilderij. Dat lijkt mij ook wel wat!’’