Slavernijtentoonstelling De expositie ‘Slavernij’ in het Rijksmuseum vertelt aan de hand van tien persoonlijke, waargebeurde verhalen de geschiedenis achter objecten uit de Nederlandse slavernijtijd. Zo komt die geschiedenis tot leven.
Of Oopjen wist hoe duur de suiker was, weten we niet. Wat we wel weten is dat er jaren van politiek overleg en veel geld voor nodig waren om haar weer ‘thuis’ te laten komen. De portretten van Marten en Oopjen zijn niet alleen een demonstratie van Rembrandts kunde, maar ook een illustratie bij onze slavernijgeschiedenis. Marten, de eerste man van Oopjen, stamde uit een familie die rijk was geworden dankzij de suiker die van de Braziliaanse plantages kwam. Hij overleed op zijn 28ste, waarna Oopjen hertrouwde met WIC-kapitein Maerten Daey. Die had in Brazilië gezeten, was daar aangeklaagd omdat hij de slaafgemaakte Francesca had mishandeld, verkracht en zo zwanger gemaakt. Hij had haar weggestuurd omdat hij niets van het kind wilde weten. Francesca klaagde hem aan, werd in het gelijk gesteld, maar er waren geen consequenties voor Daey. Marten en Oopjen zijn een mooi voorbeeld van hoe er óók gekeken kan worden naar schilderijen en objecten uit die tijd. Objecten voor de tentoonstelling Slavernij in het Rijksmuseum waren niet altijd even makkelijk te vinden. „De authentieke voorwerpen die er zijn, zijn in de koloniale jaren gemaakt door en voor de mensen die aan de macht waren. De authentieke objecten die de keerzijde tonen, ontbreken in onze collectie”, vertelde Valika Smeulders, hoofd geschiedenis van het Rijksmuseum, onlangs in NRC.
Lees verder op:
https://www.nrc.nl/nieuws/2021/02/10/soms-moet-je-verteld-worden-wat-je-ziet-a4031268