https://www.nrc.nl/nieuws/2021/04/12/met-software-op-zoek-naar-valse-karel-appels-a4039413
Met software op zoek naar valse Karel Appels
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data69637823-ad7c36.jpg)
Onaangekondigd stond hij in januari opeens online: de Catalogue of works by Karel Appel. Dat was een prettige verrassing in het honderdste geboortejaar van de grootste naoorlogse Nederlandse kunstenaar.
Eerdere pogingen om het enorme oeuvre van Appel te inventariseren waren immers gestrand. Dat vijftien jaar na zijn overlijden onverwachts documentatie over achthonderd schilderijen en driedimensionale schilderijen beschikbaar is gekomen, betekent dat eindelijk een forse eerste stap is gezet.
Namens de in Amsterdam gevestigde Karel Appel Foundation houdt bestuurslid Franz Wilhelm Kaiser (1957) toezicht op het project. Het publiceren van een oeuvrecatalogus noemt de oud-conservator van het Kunstmuseum Den Haag „de meest fundamentele taak van elke stichting die de nalatenschap van een kunstenaar beheert”. Voor kunsthistorici, de kunsthandel, verzamelaars en andere belangstellenden is zo’n naslagwerk volgens hem van essentieel belang.
De werkzaamheden zijn jaren geleden al begonnen, vertelt Kaiser. Onder leiding van Jonas Storsve, hoofd prentenkabinet van Centre Pompidou in Parijs, is een handvol kunsthistorici begonnen met het beschrijven van alle authentieke schilderijen en sculpturen van Appel. Dat zijn er naar schatting tussen de 2.500 en 3.000. Later zullen ook de duizenden tekeningen van Appel aan bod komen.
Eerst is nagedacht over de aanpak, vertelt Kaiser. Naast een foto biedt de catalogus bij elk kunstwerk informatie over afmetingen, gebruikte materialen, plaats van de signatuur, de herkomst- en tentoonstellingsgeschiedenis, een literatuuropgave en een link naar voorstudies. Dat laatste zorgt voor verrassingen, zegt Kaiser. „‘Ik rotzooi maar wat an’ – die beroemde uitspraak van Appel, wordt altijd maar herhaald. Maar hij maakte vaak voorstudies, die hij op doek nauwgezet volgde.”
:format(webp)/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data69637837-8a2418.jpg)
Herkomstgeschiedenis
Bij zo’n complex project, zegt Kaiser, begin je met het meest eenvoudige stuk. Dat is bij Appel het late werk. Daarvan is de relevante informatie vrijwel compleet aanwezig. Hoe verder de catalogusmakers teruggaan in de tijd, hoe ingewikkelder het wordt en hoe meer onderzoek nodig is.
Het liefst wil de stichting van elk kunstwerk de complete herkomstgeschiedenis achterhalen: van het atelier tot aan de huidige eigenaar. Wat enorm helpt is dat Harriët Appel-de Visser (1948), de derde en laatste echtgenoot van de kunstenaar, eind jaren zeventig begon met het administreren van alle nieuwe kunstwerken van haar man. Samen met de archieven van de galeries die Appel vertegenwoordigden, biedt dat volgens Kaiser „een stevige basis” voor het herkomstonderzoek.
Maar bij oudere werken lukt het soms niet om de complete provenance te traceren. Hoe stel je dan vast of zo’n werk zonder herkomstgegevens geen vervalsing betreft? Net als andere gewilde kunstenaars is ook Appel immers regelmatig vervalst.
Daar zijn verschillende methoden voor, antwoordt Kaiser. Het oordeel van experts is belangrijk, maar niet zaligmakend. „Het verleden heeft uitgewezen dat niemand onbevooroordeeld kan oordelen. Wij lachen nu om de kunsthistorici die de Vermeers van Han van Meegeren goedkeurden. Ten onrechte: zulke fouten zijn heel menselijk.”
:format(webp)/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data69637865-6298c6.jpg)
Kunstmatige intelligentie
De Appel Foundation vertrouwt daarom naast het kennersoog ook op moderne techniek. Bij twijfelgevallen kan wetenschappelijk forensisch onderzoek naar gebruikte materialen een hulpmiddel zijn. Nadeel, zegt Kaiser, is dat verfonderzoek kostbaar is en dat het hooguit helpt om kunstwerken uit te sluiten. Een vervalser die dezelfde materialen als Appel gebruikte, betrap je er immers niet mee.
De Appel-onderzoekers werken daarom ook samen met Art Recognition, een Zwitsers bedrijf dat software maakt om vervalsingen te detecteren. Een algoritme wordt gevoed met typische, onbetwistbaar authentieke werken en leert zo het handschrift van een kunstenaar herkennen. Geconfronteerd met een onbekend kunstwerk geeft de software met een percentage aan hoe groot de kans is dat het van de hand van dezelfde kunstenaar is. Kaiser: „Kunstmatige intelligentie heeft als voordeel dat het geen vooroordelen heeft.”
Buitenlandse kunstenaarsstichtingen zijn soms aangeklaagd door eigenaren van kunstwerken die geweerd werden in oeuvrecatalogi omdat de samenstellers niet overtuigd waren van de echtheid. Kaiser: „Wij hebben het laatste woord. Met een goede onderbouwing is er niets aan de hand.” En geldt dat ook voor vervalsingen die ooit door de kunstenaar abusievelijk zijn geautoriseerd? Ja, zegt Kaiser. „Dat soort fouten hebben alle kunstenaars gemaakt. Maar als wij denken dat een werk niet van Appel is, nemen we het niet op.”Lees ook:Werk Karel Appel smelt weg
Misschien duurt het nog wel tien jaar voordat de klus is geklaard. Kaiser vertrouwt erop dat de catalogus de belangstelling voor Appels werk zal aanwakkeren. „Wat hij na zijn Cobra-tijd maakte, zeg maar de laatste vijftig jaar van zijn leven, is slecht onderzocht. In de universitaire wereld is daar weinig kennis over voorhanden. Er valt nog heel veel te doen. De catalogus is daarbij een belangrijk instrument. Hopelijk zorgt het voor een nieuw discours en kan het jonge kunsthistorici inspireren tot onderzoek.”
En dat discours is nodig om Appels kunst relevant te houden, zegt Kaiser. „Kunst blijft alleen leven zolang mensen erover blijven praten en schrijven.”De Catalogue of works by Karel Appel is te raadplegen via karelappelfoundation.com