De Tilburgse Anne breng een ode aan het menselijk lichaam met kunst over het vrouwelijke geslachtsdeel, ook wel de vulva. Dit doet ze met haar eigen merk ‘kutjeskracht’, waarmee ze vulva-prints op onder andere kledingstukken en sieraden zet.
De Tilburgse Anne breng een ode aan het menselijk lichaam met kunst over het vrouwelijke geslachtsdeel, ook wel de vulva. Dit doet ze met haar eigen merk ‘kutjeskracht’, waarmee ze vulva-prints op onder andere kledingstukken en sieraden zet.
See all this kunstbrief
|
|
|
|
EINDHOVEN/LOS ANGELES – Drie enorme sculpturen staan midden op het terrein van het zeer populaire kunst- en muziekfestival Coachella, vlakbij Los Angeles in Amerika. Ze zijn van de hand van de Eindhovense ontwerper Kiki van Eijk.
Hoe komt een wereldberoemd Amerikaans festival terecht bij Kiki van Eijk in Eindhoven? Glimlachend: ,,Tja, ze scouten wereldwijd en ze kenden mijn werk, van exposities en publicaties.”
,,En ze kenden het heel goed, want toen ik een eerste voorstel deed, kwam de reactie terug dat ze de materialiteit van mijn keramische werk – vooral dat van de Soft Series – zo sterk vonden en dat het geweldig zou zijn als dát in het groot gemaakt zou kunnen worden.”
Inmiddels alweer drie jaar geleden – door corona is een en ander vertraagd – plofte er een mailtje in haar mailbox; de kunstafdeling van festival Coachella zag een link met het werk van Van Eijk (1978): ‘Dat zou heel geschikt zou zijn voor een large scale installation op het festivalterrein’. Dat bericht moest ze wel even twee keer lezen voor het indaalde en ze belde gelijk maar even naar de contactpersoon. Die stond haar heel welwillend te woord en na een selectieronde werden uiteindelijk haar werken – als eerste Nederlandse – uitgekozen.
Het moesten wel echte landmarks worden want het terrein is werkelijk heel groot
Criteria waar de beelden aan moesten voldoen waren er eigenlijk niet. ,,Maar het moesten wel echte landmarks worden want het terrein is werkelijk heel groot, en je moet ze al van ver kunnen zien.” Het zijn drie boeien geworden. ,,Waarom boeien? Omdat die je de weg wijzen, maar ook omdat je daar fijn mee kan spelen. De objecten zitten qua entiteit tussen een boei, gebouw en sculptuur in. In een ervan zit bijvoorbeeld iets van een windmolen en van een iglo, op een andere zie je een verwijzing naar een Aziatische tempel en palmbladeren.”
Elk boei is twaalf meter hoog en heeft een doorsnede van zeven meter en ja – dat zijn de grootste werken die de Eindhovense ontwerper ooit heeft gemaakt. De werken hebben een houten skelet en op een flexibele huid is vervolgens stuc aangebracht: ,,Zo kregen we het beste dat zachte van mijn keramiek terug. Heel knap zoals ze dat hebben gemaakt.” De drie boeien worden precies midden op het festivalterrein geplaatst.
Het jubilerende Coachella – het bestaat twintig jaar – is niet het grootste festival ter wereld, met gemiddeld 160.000 bezoekers is het zelfs relatief bescheiden. Het grootste festival van Nederland, Zwarte Cross bij Lichtenvoorde, tikt meer dan 220.000 bezoekers af en Tomorrowland in het Belgische Boom is steevast goed voor meer dan 400.000 muziekliefhebbers.
Los Angeles ligt om de hoek, dus struikel je op Coachella over bekende acteurs en zangers
Nee, wat het muziek- en kunstfestival Coachella, midden in de altijd bloedhete Coloradowoestijn zo populair maakt, zijn de muzikanten én – ook niet onbelangrijk – het publiek. Want Los Angeles ligt zo’n beetje om de hoek, dus struikel je op Coachella over bekende acteurs, zangers en andere influencers.
Daar moet je dan overigens wel flink voor in de buidel tasten, want een weekendje festival moet 460 euro kosten. En als je (bijvoorbeeld) een vierpersoons VIP-tent wil, dan ben je 4941 euro kwijt. Maar, dan heb je ook wat en kun je dit en het volgende weekend languit liggend in het groene gras wereldsterren als Billie Eilish, Harry Styles en Stromae meemaken. En kun je even uitrusten in de schaduw van een van de beelden van Kiki van Eijk.
EINDHOVEN – Het ziet er zeer smakelijk uit; de garnalen, makrelen en de harinkjes, keurig op ijsbedjes in de viskraam; je zou er zo je tanden in zetten. Maar beter van niet: de vissen en schaaldieren zijn gemaakt van plastic. Twee studenten van Design Academy Eindhoven (DAE) maakten de objecten in opdracht van Sea Shepherd, die hiermee aandacht vraagt voor overbevissing.
Kort en goed: als de overbevissing aanhoudt, zal er in 2050 in onze oceanen meer zeeafval ronddrijven dan dat er vis rondzwemt. Zegt Sea Shepherd, die daarom deze week de actie ‘Catch of the Day 2050’ is begonnen.
Deze week werd in Amsterdam een viskraam gepresenteerd met daarin allerhande vissen en schaaldieren, stuk voor stuk gemaakt van oude visnetten en lijnen die de organisatie heeft opgehaald uit de Noordzee.
Vierdejaars DAE-studenten Evy Cornelissen en Elian Beeker kregen van de organisatie de opdracht een aantal vissen en schaaldieren te maken, gebruikmakend van het in de zee gedumpte afval: ,,Het idee voor de actie stond al vast toen wij werden benaderd: het moest gaan over de visserij van de toekomst en de vraag was vissen en schaaldieren te maken, maar die eruit moesten gaan zien, dat was helemaal aan ons. De organisatie vroeg ons wel of we in ieder geval een makreel, garnaal en een kreeft wilden maken.”
De twee afstudeerders hebben vervolgens studie gemaakt van de structuur en textuur van de vissen en schaaldieren. ,,En daarna hebben we gekeken hoe we dat het beste weergeven, gebruikmakend van die visnetten en vislijnen.” Ze vinden de kreeft en de garnaal het best geslaagd.
Wat Sea Shepherd doet, daar staan wij helemaal achter
De twee designers-in-spé waren op voorhand niet exact op de hoogte wat Sea Shepherd precies doet, maar beiden hebben zich snel ingelezen in het hoe en waarom van de stichting: ,,Wat zij doen, daar staan we helemaal achter, daarom ook dat we graag wilden meewerken aan het project. Of we nu gelijk lid zijn geworden van Sea Shepherd? Haha, nee, dat nog niet, te druk geweest met het project, Maar dat is wel een goeie!”
De twee studeren dit jaar af met projecten die raakvlakken hebben met de uitgangspunten van de organisatie. Zo werkt Beeker aan een project waarin steden aantrekkelijker worden gemaakt voor insecten en collega Cornelissen legt de laatste hand aan een weef-laboratorium waar restafval kan worden hergebruikt.
Een zo breed mogelijk publiek duidelijk maken wat de problemen in de zee zijn
Het project ‘Catch of the Day 2050’ is opgezet omdat een zo’n breed mogelijk publiek duidelijk moet worden gemaakt van de problemen in de zee: ,,Er moet meer bewustzijn worden gecreëerd voor de campagnes van Sea Shepherd. En daar zetten we steeds vaker creatieve beroepen voor in. De ene keer zijn dat muzikanten, tattoo-artiesten, de andere keer beeldende kunstenaars of – zoals nu – designers”, zegt Geert Vons, directeur van Sea Shepherd Nederland.
Het probleem van het afval in de zee is gigantisch, aldus Vons. Het grootste deel van de plastic vervuiling is industrieel visserstuig, zo geeft hij aan. ,,En natuurlijk de overbevissing want in het tempo waarin we nu bezig zijn, zijn over een aantal decennia de oceanen gewoon helemaal leeggevist. En dat willen we op een heel directe – in your face-manier – duidelijk maken. Daarin zijn Evy en Elian meer dan voortreffelijk geslaagd. Dat ene garnaaltje en die kreeft; supergaaf!”
Mondriaan mag dan de Grote Pionier zijn geweest in de ontwikkeling van figuratie naar abstractie, van appelboom naar ruitjespatroon, op de tentoonstelling Rondom Mondriaan denk je: who cares?
Is het de gewijde stilte die past bij zijn ernstige schilderijen en zijn al even ernstige levenswandel? Of zijn we gewoon Mondriaanmoe? Druk is het in elk geval niet op de jubileumtentoonstelling Rondom Mondriaan die het Haagse Kunstmuseum heeft georganiseerd naar aanleiding van des schilders 150ste geboortejaar. Het was me al eerder opgevallen, de laatste jaren in de speciale De Stijl-vleugel van het museum met zijn Mondriaans, Rietvelds, Van der Lecks en Van Doesburgen: er is nauwelijks een bezoeker te bekennen. Het gemiddelde van zeven seconden dat volgens berekeningen toeschouwers voor een kunstwerk zouden doorbrengen geldt ook voor Mondriaan – in het gunstigste geval.
Het is een pijnlijke constatering. Temeer omdat we het hier hebben over ‘een van de grootste kunstenaars van de twintigste eeuw’, volgens het Kunstmuseum, ‘de man die alles veranderde’, zoals de titel van een eerdere catalogus luidt. Wat op zich een juiste eretitel is.
Piet Mondriaan (1872-1944) was een van de radicaalste kunstenaars ever. Boegbeeld van het modernisme. De man over wie altijd wordt betoogd dat hij eigenhandig de ontwikkeling in de kunst heeft omgebogen door alle figuratieve herkenbaarheid uit zijn schilderijen te weren. De man die op zoek was naar het dna van de kunst en het vocabulaire wist te reduceren tot de kleuren rood, geel, blauw en wit, plus een grid van zwarte lijnen.
De man ook die, met zijn stugge vasthouden aan het ingeslagen minimalisme, zichzelf in een hoek leek te hebben geschilderd, maar op het einde van zijn leven dat wist te revitaliseren met een fikse portie dynamiek. Geïnspireerd door boogiewoogieklanken, waarop hij in de avonduren danste, na een slokje; muziek waarnaar hij zijn laatste werk vernoemde: Victory Boogie Woogie, een schilderij dat swingt met kleine kleurvlakjes en stukjes tape, en dat hoewel verre van voltooid, als de ‘Nachtwacht van de 20ste eeuw’ werd bestempeld.
Die man dus. Van wie het Haagse Kunstmuseum zo’n driehonderd werken bezit, inclusief de langdurige bruikleen van voornoemde ‘Nachtwacht’. Het meesterwerk dat evenwel, na vele omzwervingen door het museumgebouw, in de vaste opstelling in het laatste zaaltje van de laatste afdeling hangt. En waarvoor steevast een bankje staat waarop (ook steevast) niemand zit. Zoveel anders dan de echte Nachtwacht, van Rembrandt, zestig kilometer verderop in het Rijksmuseum, waarvoor het wél dagelijks dringen is.
Is Mondriaans momentum voorbij? Weet het Haagse museum diens oeuvre niet aan de man te brengen?
Met Rondom Mondriaan doet het museum daartoe wel een nieuwe poging. De tentoonstelling toont Mondriaans werk tussen dat van zijn tijdgenoten en navolgers. Zo hangt zijn landschap met bomen langs het Gein naast een tafereel met wolken boven een meer van Willem Roelofs; een hoekige harlekijn van Picasso naast Mondriaans boom met even hoekige takken; zijn compositie met vier gele lijnen bij een drieluik met gele vlakken van Bob Bonies; een vroeg meisjesgezicht van Mondriaan naast het portret van Hendrika van Snippenberg, nazaat van Nederlandse arbeiders in Suriname, van Iris Kensmil.
Het is zeker een poging van het museum de reikwijdte van Mondriaan te vergroten en zijn belang te verbreden. Maar veel verder dan een serie formele verwantschappen komen ze in Den Haag niet. Wat ook waarschijnlijk de hele kwestie is met de appreciatie van Mondriaan: hij mag dan de Grote Pionier zijn geweest in de ontwikkeling van figuratie naar abstractie – van appelboom naar ruitjespatroon – tegelijk denk je: who cares? De ontwikkeling is eerder voer voor kunsthistorici en andere theoretici.
Wellicht is dat ‘het probleem met Piet’: alsof er helemaal niets anders over hem valt te zeggen. Wordt het niet eens tijd om Mondriaan te bevrijden van het dogma van de stilistische vooruitgang? Door zijn schilderijen te laten zien buiten de gebaande paden van kleur- en vormovereenkomsten? In een breder verband, zoals hij zelf zijn werk ook zag: maatschappelijk, spiritueel, op het religieuze af. Of juist als onderdeel van een levendige, uitbundige wereld, buiten de kunst. Had de vroegere directeur van het Kunstmuseum, Hans Locher, niet eens gezegd dat hij de Victory Boogie Woogie nog nooit zo mooi had zien hangen als op de slaapkamer van de familie Newhouse (van wie het werd gekocht in 1997)? Recht tegenover het uitzicht over de straten en de wolkenkrabbers van New York.
Hoe zat het ook alweer met die Victory Boogie Woogie? Piet Mondriaan werkte koortsig aan het ruitvormige schilderij tot aan zijn dood op 1 februari 1944. Het doek bleef onvoltooid. Ter gelegenheid van het afscheid van de gulden en de introductie van de euro werd het door de Nederlandse staat aangekocht (dankzij een schenking van De Nederlandsche Bank) van de New Yorkse uitgever Samuel Newhouse.
Kosten: 82 miljoen gulden, nu 37 miljoen euro. Voor velen te duur, zeker omdat Newhouse, beseffend dat Nederland het schilderij graag wilde aankopen, het bedrag steeds verhoogde. Ook omstreden door de eigenzinnige wijze waarop toenmalig minister van Financiën, Gerrit Zalm, het laatste werk van Mondriaan aankocht zonder de Tweede Kamer in te lichten. De term ‘Nachtwacht van de 20ste eeuw’ is overigens afkomstig van toenmalig staatssecretaris van Cultuur, Rick van der Ploeg.
Beeldende kunst
★★★☆☆
Kunstmuseum Den Haag. Tot en met 25 september.
The Van Gogh Museum is collaborating with the Foundation for Hospital Art (FFHA) to brighten up the walls of hospitals and healthcare institutions worldwide with canvases inspired by Van Gogh’s works. The specially developed Van Gogh Museum PaintFest kits, based on six works from the permanent collection of the Van Gogh Museum, enable everyone to make a difference in a creative way.
The painted canvases that emerge from the Van Gogh Museum PaintFest kits are donated to hospitals and healthcare institutions to encourage patients, their families and healthcare professionals with Van Gogh’s colourful works. Where possible, canvases will be donated to institutions that specialize in mental health.
With a part of the proceeds, kits will be offered to mental health institutions so patients can paint as part of their recovery. The Van Gogh Museum PaintFest kits contain a version of Almond Blossom, The Bedroom, Irises, Sunflowers, The Harvest and Fishing Boats on the Beach at Les Saintes-Maries-de-la-Mer.
The Van Gogh Museum and the FFHA are hoping to connect people through art in order to achieve a positive effect in the healthcare sector, where healthcare professionals have been working under high pressure during the pandemic.
‘It is our mission to inspire a diverse audience with the life and works of Vincent van Gogh. Art can connect and offer consolation. The collaboration with the Foundation for Hospital Art offers us the perfect opportunity to connect people through art.’
Emilie Gordenker, director Van Gogh Museum
‘Sometimes we say that everyone becomes Van Gogh for a day. It is unique that we can make such a positive contribution to the lives of patients and their families in hospitals by connecting people through Van Gogh’s masterpieces.’
Scott Feight, director FFHA
The new Van Gogh Museum PaintFest kits are available from 1 April 2022 at www.hospitalart.org. To celebrate this, employees from the Van Gogh Museum in Amsterdam, together with employees from their main partner ASML in Veldhoven and the United States are organizing a PaintFest to celebrate the connecting power of art.
Als je nooit eerder kunst hebt gekocht, lijkt dat misschien een onneembare veste. Maar het is vooral een kwestie van tijd, van leren kijken. En van ontdekken waar je van wakker ligt – niet omdat het te duur voor je is, maar omdat het je beroert.
Kunst kopen begint bij kijken. In het ideale geval: naar een kunstwerk in een galerie waar je op slag verliefd op wordt en wat nog betaalbaar is ook. Maar in veel gevallen begint het voornemen ergens anders: thuis. Bij een lege plek aan de muur. Zou daar een kunstwerk kunnen hangen? Waar dan te beginnen?
Met die vraag worstelde consultant en coach Nienke van der Wal (42) een aantal jaren geleden: ‘Er zijn veel drempels om kunst te kopen, dat hoor ik ook van vrienden: financiële drempels, het gevoel dat de kunstwereld nogal incrowd is. Ik hoor ook vaak mensen zeggen: ik ken de regels niet.’ In 2017 richtte ze daarom Young Collectors Circle op om startende kunstkopers te helpen met bijeenkomsten, lezingen en cursussen.
De belangrijkste les (en waarschuwing): kunst kopen kost tijd. Van der Wal: ‘Het duurt gewoon even voor je herkent wat je echt te gek vindt. Die meters moet je zelf maken.’ Val je op fotografie, schilderkunst of beeldhouwkunst? Kijk je liever naar iets wat je kunt herkennen (figuratief) of juist abstract? Kunstbeurzen zijn een laagdrempelige manier om veel kunst te bekijken. Hopelijk is dat binnenkort weer mogelijk. Internet kan ook een bron van inspiratie zijn: veel galeries, musea en kunstenaars hebben nieuwsbrieven en plaatsen foto’s van kunstwerken op Instagram.
Daarnaast is het voor een eerste aankoop belangrijk om ‘zelfvertrouwen’ te ontwikkelen, zegt Van der Wal. Dat betekent dus ook: vragen durven stellen over wat je ziet. Sinds winkels op afspraak open zijn, is het mogelijk een afspraak te maken om een galerie te bezoeken. Je hoeft dan niet meteen iets te kopen, benadrukt Van der Wal uit: ‘Een galerie is niet alleen een winkel, het is een plek om kunst te ontdekken.’
En dan, als je op een kunstwerk valt? Dan nog is het belangrijk de tijd te nemen. ‘Ik koop alleen schilderijen die me ’s nachts uit mijn slaap houden,’ vertelde de Zwitserse kunstverzamelaar Donald Hess eens in een interview. Klinkt eng, maar Hess bedoelde dat hij schilderijen uitkiest die hem blijven boeien, jarenlang. Daarvoor heeft Van der Wal ook een tip: ‘Vaak gaat een idee langer mee dan alleen een beeld.’ Het is dus belangrijk het verhaal achter het kunstwerk te weten te komen, via de galeriehouder of de kunstenaar.
Kunstwerken kunnen heel kostbaar zijn, dat is te zien aan krantenberichten over veilingrecords, maar dat hoeft niet. De prijs van kunstwerken wordt bepaald door verschillende ingrediënten, zoals het formaat, het medium, de uniciteit en (in hoge mate) het CV van de kunstenaar. Een loeigroot schilderij waarvan er maar één bestaat, heeft dus doorgaans een hogere prijs dan een kleine foto die in een hoge oplage is gedrukt. Wat het CV betreft kan het prijskaartje van een kunstenaar stijgen door bijvoorbeeld tentoonstellingen, prijzen, prestigieuze opleidingen of het feit dat de kunstenaar in bepaalde collecties is vertegenwoordigd.
Bij schilderkunst hanteren galeries vaak een specifiek rekenmodel. Namelijk de hoogte plus de breedte van het schilderij maal ‘de factor’. Die factor is een getal dat oploopt met de carrière van de kunstenaar en begint bij ongeveer acht. Een schilderij van dertig bij dertig centimeter van iemand vers van de kunstacademie kost dan dus 480 euro (zestig keer acht). De factor loopt op wanneer de carrière van de kunstenaar een vlucht neemt, voor een gevestigde kunstenaar kan de factor bijvoorbeeld dertig zijn (1800 euro).
Van der Wal: ‘Het is een economie van vertrouwen. Je moet erop vertrouwen dat de galeriehouder zijn best doet voor de kunstenaar: dat de prijs marktconform is.’ Om een beeld te krijgen van prijzen kan het slim zijn te kijken op een websites waar (deels) prijzen bij vermeld staan: zoals Artsy, GalleryViewer, PattyMorgan en WeLikeArt. Veel galeries bieden de kans om gespreid te betalen, bijvoorbeeld via de KunstKoop, een speciale regeling van het Mondriaan Fonds en de bank Santander. Durf je de stap toch (nog) niet aan, dan is een kunstuitleen een laagdrempelig alternatief.
Kunst kopen kan verslavend zijn. Sommige mensen gaan door met kopen als er helemaal geen lege plek meer in huis is. De Amerikaanse verzamelaar Johanna Garfield zei daarover: ‘(Kunst) verzamelen is een vorm van gekte. Het is geen kwade obsessie. Het is geen drugsverslaving. Het is een goede verslaving. Het houdt je van de straat.’
Advies aan kunstenaars: hoe kies je de juiste inlijsting voor jouw werk?
Ik hoor veel (jonge) kunstenaars zich vragen stellen over de kaders rond hun werk wanneer ze tentoonstellen. Moet het wel worden ingekaderd en, indien wel, kiezen ze voor een zo goedkoop mogelijke oplossing, in de veronderstelling dat de mogelijke eigenaar het toch naar eigen smaak zal aanpassen, of moet het werk juist zo goed mogelijk worden gepresenteerd?
Op zoek naar advies hierover had ik een gesprek met Robrecht Delbaere van Art & Frame Center in Brugge, een grote speler op deze markt:
(FDM) wat is precies de meerwaarde van een inlijsting?
(RD) Er zijn verschillende aspecten vind ik. Uiteraard zorgt een kader ervoor om een werk zo goed en mooi te presenteren aan het publiek.
Maar er zijn andere aspecten. We krijgen regelmatig mensen over de vloer met een werk dat reeds jarenlang ergens opgerold ligt op de zolder of in een kast. Dat is in vele gevallen niet zo goed voor het kunstwerk zelf. Een kunstwerk zal beter bewaren wanneer het bijvoorbeeld zuurvrij is ingelijst achter ontspiegeld glas… Daarbij komt dat je er meer genot van hebt wanneer het aan de muur hangt, dan wanneer het opgerold in de lade ligt.
(FDM) Wat is jouw advies aan kunstenaars die hun werk tentoonstellen?
(RD) Je moet verschillende keuzes maken. Zo kan Je bijvoorbeeld opteren om goedkoper in te lijsten voor een expo, met wissellijsten die je meermaals kan gebruiken, of inlijsten met gewoon glas en de klant de optie geven om dan ontspiegeld- of museumglas te kiezen.
Persoonlijk vind ik het goed idee om de (potentiële) koper het kader te laten kiezen. De kunstenaar kan beter zelf beslissen hoe zijn werk gepresenteerd wordt. Kopers zullen weliswaar steeds meer aandacht besteden aan het werk zelf, maar hoe je als kunstenaar je werk presenteert is zeker ook een belangrijke factor in de beslissing.
(FDM) Zijn er bepaalde kaders beter afhankelijk van het type werken, zoals tekeningen, collages, schilderijen?
(RD) Fragiele werken, zoals collages en werken met veel kleuren zijn toch wel gebaat met een goeie glaskeuze, om het beter te beschermen en verkleuringen te voorkomen. Het is bijvoorbeeld helemaal not done om glas rechtstreeks op een werk te leggen, zeker bij pastelkrijt of houtskool bijvoorbeeld…
Te zware lijsten kiezen, tenzij dat juist past met het werk, lijsten die de aandacht van het werk wegnemen, onthou “Het kunstwerk verdient de hoofdrol, niet de lijst.”