Op alle reclamezuilen, naakt met een koe, daar had Saskia Holleman (1945-2013) niet op gerekend. Toch werd ze zo de icoon van de PSP en een tijdperk.
Op een zonnige zomerdag in 1970 huppelde de maandag overleden Saskia Holleman door het hoge gras, naakt tussen de koeien, in Nootdorp. Ze was beeldschoon, bewoog gemakkelijk, en nam in een twee uur durende fotosessie tijd allerlei poses aan, met een lichtrode pruik op.
Op een landweggetje had ze in de auto van fotograaf Hendrik Jan Koldeweij haar kleren uitgedaan. Om bij de koeien te komen, sprong ze over de slootjes. Koldeweij danste met zijn Hasselblad om haar heen en schoot wel 150 foto’s. Eén koe bleef staan kijken, de andere liepen weg. Dat Holleman (25) haar armen spreidde en glimlachend en profetisch naar boven keek, dat was haar eigen idee geweest.
Even leken ze alleen te zijn, de koe, het model en de fotograaf. Langzaam maar zeker kwamen er boeren uit de omgeving kijken, op de tractor. Koldeweij wist al tijdens de sessie dat het gelukt was, de typisch Hollandse erotiek waar het hem om te doen was.
Een half jaar later kreeg ze een telegram. Er waren mannen die haar onmiddellijk wilden spreken, in de VARA-kantine waar Holleman moest zijn voor tv-opnamen, kwamen ze samen. Tegenover haar zaten fotograaf Koldeweij en graficus George Noordanus. Uit een grote koker werd een affiche gehaald en voorzichtig uitgerold.
Iconisch
Daar was de PSP-poster – die vele jaren later zou worden verkozen tot een van de beste verkiezingsposters aller tijden, een iconisch beeldverslag van de vrijgevochten sixties, net als Phil Bloom in het tv-programma Hoepla. Holleman schrok zich rot. De foto’s waren gemaakt voor Sekstant, het periodiek van de NVSH, de Nederlandse Vereniging voor Seksuele Hervorming. Om nou op alle reclamezuilen van Nederland te hangen, naakt met een koe, daar had ze niet op gerekend. Als ze had geweten dat ze voor een politieke partij uit de kleren was gegaan die haar niet eens kon bekoren, had ze het niet gedaan.
En nog wat, waarom hadden ze haar niet om toestemming gevraagd? Dat was geprobeerd, maar ze konden haar niet bereiken. Klopt, ze was op wintersport geweest, maar zelfs dan bleef het onzorgvuldig. De zaak werd afgekocht: op de 300 gulden vergoeding voor de Sekstant-sessie kwam nog 1.250 gulden extra- tot ongenoegen van de Pacifistisch Socialistische Partij.
Niet overal waren ze blij met ‘het blote wijf’. In christelijke gemeenten werd tape aangebracht, vanuit feministische hoek werd gesproken van uitbuiting van het vrouwelijk lichaam. Het idee dat de PSP met een ontwapenende Holleman electoraal omhoog zou schieten, kwam ook niet uit: de partij ging in de verkiezingen van vier naar twee zetels.
Hippiemusical
Dat ze op het affiche stond, dat wist niemand buiten haar eigen vriendenkring en directe omgeving. Ze werkte bij de revue en was opgeleid voor musicals. Zo nu en dan deed ze modellen- en figurantenwerk. In 1967 had ze zelfs een rolletje gehad in de debuutfilm van Martin Scorsese, Who’s That Knocking at My Door. In 1972 brak ze door met een hoofdrol in de hippiemusical Hair.
Peter Verstegen, vooraanstaand poëzievertaler van Shakespeare, Petrarca, Dante en Bukowski, ontmoette haar in 1972 en ook hij vond dat ze er allemachtig prachtig uitzag. Hij was het die haar adviseerde om rechten te gaan studeren toen ze door een gebroken been niet meer in het theater inzetbaar was. Uiteindelijk werkte ze 31 jaar als strafrechtadvocaat, gespecialiseerd in ‘de schlemielen van de kleine criminaliteit’.
Dat ze de blote vrouw met de koe was, dat leken weinigen in de advocatuur te weten. Dat hoefde ook niet. Maar ze was er wel trots op en toen twee jaar geleden het affiche metershoog op een tentoonstelling in de Beurs van Berlage hing, poseerde ze met gemak. Iedereen mocht het weten.
In het Amsterdamse grachtenpand waar ze woonde tot haar dood, op 68-jarige leeftijd, hing het affiche niet, zegt Verstegen. Dat vonden Saskia en hij nergens goed voor.
